Vliegen
Als je gaat vliegen mag je je insuline meenemen in je handbagage. Neem altijd een medische verklaring van je diabetesteam mee. Daarin staat vermeld dat je diabetes hebt en daarvoor insuline, insulinenaalden en eventueel een insulinepomp en/of sensor bij je hebt. Vervoer de insuline altijd in je handbagage, het is in de bagageruimte namelijk te koud.
Als je een insulinepomp en/of sensor hebt, is het advies om niet door de total body scan te gaan. Dit betekent meestal dat je handmatig gefouilleerd wordt.
Bekijk ook onderstaande video over reizen met diabetes:
Vakantiechecklist
- Insuline: neem ruim voldoende mee.
- Koeltasje voor je insuline (bijvoorbeeld een Frio-koeltasje, deze is bij de leverancier voor de diabeteshulpmiddelen verkrijgbaar).
- Reserve insulinepennen, -naalden en/of insulinepomp.
- Bloedglucosemeter en teststrips, ook als je een sensor hebt.
- Dextrotabletten, Hypiofit en Glucagon (let op de houdbaarheidsdatum).
- Medische verklaring
- Als je een pomp hebt: ketonenmeter en –strips (let op de houdbaarheidsdatum).
Omrekentabel bloedglucosewaarden
In sommige landen wordt de bloedglucose anders berekend, mg/dl in plaats van mmol/l. Zie de tabel met daarin de omrekenfactor bloedglucosewaarden.
Tijdsverschil
Als je naar een andere bestemming gaat, heb je soms ook te maken met tijdsverschil. Het is daarbij belangrijk dat je de tijd van de insulinepomp aanpast. Zodra je bent aangekomen in het land pas je direct de lokale tijd aan in je insulinepomp. Let wel op dat je deze ook weer terugzet zodra je weer in Nederland bent.